Overlijden

Na het overlijden van uw naaste komt er veel op u af. U heeft misschien vragen, bijvoorbeeld over het leeghalen van de kamer of de zorg die uw naaste na het overlijden gekregen heeft. Op deze pagina hebben we alvast wat belangrijke zaken voor u op een rijtje gezet.

Vragen

Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie, neemt u dan gerust contact met ons op. We helpen u graag.

Overlijden doorgeven

Het is belangrijk dat u het overlijden van uw naaste doorgeeft aan de gemeente. U kunt dit zelf doen of de begrafenisondernemer vragen dit te doen.
De gemeente geeft het overlijden van uw naaste door aan het zorgkantoor. U hoeft het overlijden van uw naaste dus niet aan ons door te geven.

Woonde uw naaste in het buitenland? Neem dan contact met ons op. Gemeenten in het buitenland geven een overlijden niet aan ons door.

Zorginstelling: zorg na overlijden

Ook na overlijden krijgt uw naaste zorg. De zorginstelling regelt en betaalt de kosten van:

Het schouwen. Dit betekent dat een arts vaststelt dat uw naaste is overleden
De noodzakelijk zorg na het overlijden van uw naaste. Dit zijn handelingen als het verwijderen van een infuus, katheter of stoma
Het gereedmaken voor vervoer
Het tijdelijk koelen van het lichaam na overlijden

U regelt en betaalt zelf de kosten van:

Afleggen
Wassen en aankleden
Opbaren

In sommige zorginstellingen helpen medewerkers bij het afleggen of wassen als naasten dat vragen. De zorginstelling mag daarvoor kosten in rekening brengen. Zorginstellingen spreken met hun cliëntenraad af welke diensten zij na een overlijden leveren en tegen welke prijs. De zorginstelling is dus niet verplicht om deze zorg te regelen. Wilt u uw naaste op de kamer in de zorginstelling opbaren? Dat kan. De zorginstelling mag voor het gebruik van de kamer de eerste 7 dagen na overlijden geen kosten rekenen. Wel betaalt u zelf de kosten van het opbaren, zoals het koelen.

Kamer ontruimen

Wanneer iemand in een zorginstelling overlijdt, krijgt de zorginstelling nog 13 dagen de kosten van de kamer vergoed. Dat staat in de Wet langdurige zorg (Wlz). Bij de meeste zorginstellingen krijgen nabestaanden een week (7 dagen) de tijd om de kamer leeg te halen. De zorginstelling heeft zelf dan nog 6 dagen de tijd om de kamer klaar te maken voor een volgende bewoner. De zorginstelling maakt daar in goed overleg met de cliëntenraad afspraken over. Vraag aan de zorginstelling hoeveel tijd u heeft.

Partner blijft in zorginstelling wonen

Woonde u samen met uw partner in een tweepersoonskamer in een zorginstelling en is uw partner overleden? U mag dan in de zorginstelling blijven wonen. Wel kan de zorginstelling aan u vragen om naar een eenpersoonskamer te verhuizen. We verwachten dat de zorginstelling dit op korte termijn met u wil bespreken. U kunt ook zelf de zorginstelling vragen wat de afspraken hierover zijn en wat er voor u mogelijk is.